10 jaar later kijkt serrestalpionier tevreden terug
Rik Ogink en zijn vader Theo waren één van de eerste melkveehouders in Nederland die kozen voor de bouw van een serrestal. Nu, tien jaar later, blikt Rik terug. ‘Vooral de hoeveelheid licht, lucht en ruimte waren doorslaggevend’, vertelt de ondernemer uit Raalte.
Een verouderde melkveestal, weinig ruimte en de wil om te werken aan een sterk en levensvatbaar bedrijf voor de toekomst. Dat waren voor Theo en Rik ruim tien jaar geleden de reden om te investeren in een nieuwe melkveestal op hun bedrijf in Raalte.
De keuze van een nieuwe stal was snel gemaakt nadat beide melkveehouders de serrestal op het voormalige proefbedrijf Waiboerhoeve in Lelystad bezochten. ‘Mijn vader en ik bekeken op de Waiboerhoeve zowel een nieuwe traditionele melkveestal als de serrestal en wisten na het bezichtigen van de serrestal al snel dat wij hierin wilden investeren’, vertelt Rik. Voor hem was vooral de hoeveelheid licht, de lucht in de stal en de ruimte voor de koeien doorslaggevend. ‘Door deze ruimte zag je veel rust in de melkveestapel. Natuurlijk kun je een traditionele melkveestal ook ruim bouwen, maar onze voorkeur ging vanwege het licht en de goede ventilatie naar de serrestal.’
Twee vergunningen
De in 2007 gebouwde serrestal van de familie Ogink is vanaf 2008 officieel in gebruik. Het verkrijgen van een vergunning was destijds geen groot struikelblok. ‘Voor de bovenbouw van de stal moest het bestemmingsplan worden aangepast. Volgens de gemeente kon dit wel negen maanden duren. Daarom adviseerden zij ons twee vergunningen aan te vragen: één voor de onderbouw en één voor de bovenbouw, zodat we toch alvast een begin konden maken’, weet Rik nog. Na het verkrijgen van de eerste vergunning startte de ondernemers in 2007 met de bouw. ‘We bouwden de serrestal vanuit de oude situatie. Hierdoor konden wij de oude buitenmuren als fundering voor de nieuwe stal gebruiken.’ De stal kreeg uiteindelijk een 0+6+0 indeling en werd 43 meter lang en 40 meter breed. ‘Daarmee biedt de stal plaats voor 150 melkkoeien’, vertelt Rik.
Melkrobots
Mede doordat de stal vanuit de oude situatie werd gebouwd was het voor de familie Ogink mogelijk om een aantal jaren met de oude melkstal te melken. ‘Tijdens en kort na de realisatie van de serrestal wisten wij nog niet precies in wat voor soort melkstal wij wilden investeren. Wij twijfelden tussen een nieuwe zij-aan-zij melkstal, een carrousel of eventueel melkrobots’, vertelt Rik. Uiteindelijk kozen de melkveehouders voor twee Lely A4 melkrobots die in 2012 werden geïnstalleerd. ‘Dit voldoet goed. We zitten nu gemiddeld op drie melkbeurten per dag en de arbeidsefficiëntie is sterk verbeterd.’
10 jaar later
Terugkijkend stelt de 38-jarige melkveehouder nog steeds tevreden te zijn met de gemaakte keuze. ‘Naast dat de stal mij erg veel arbeidsvreugde geeft, doen de koeien het goed. De extra rust in de koppel waar ik op hoopte, is ook uitgekomen. Vooral door de ruimte zien we nauwelijks nog rangorde-gevechten.’ Of de melkproductie is gestegen, durft Rik niet te zeggen. ‘Dat hangt natuurlijk van meer factoren af. Ik melk nu 125 koeien die gemiddeld 27 liter melk per dag geven met 4,62 vet en 3,54 eiwit.’ Volgens de melkveehouder is de vruchtbaarheid van de koeien wel iets verbeterd. ‘Door de ruime stal durven de koeien meer hun tochtigheid te laten zien.’
Klimaat
Volgens de melkveehouder is het temperatuurverschil buiten en binnen in de stal kleiner geworden. ‘In de zomer kan het daardoor wel warm worden, maar doordat de zijkanten van de stal open zijn, is er voldoende doorstroming van verse lucht.’ In de winter daarentegen kan het, net als in andere stallen, fris worden in de stal. ‘Om zoveel mogelijk tocht en bevriezing tegen te gaan hebben we daarom de voorkant van de stal naar het noorden gebouwd. Vanuit het noorden wordt vrijwel altijd koude lucht aangevoerd. De voorkant van de stal is daarom ook volledig dicht. Daarnaast hebben we destijds geïnvesteerd in een rondpompsysteem zodat de leidingen niet bevriezen. In de herfst en in de winter gaat het windbreekgaas automatisch omhoog vanaf windkracht vier en bij regen. Op deze wijze voorkomen we ook tocht in de stal.’
Verlichting
Wat de melkveehouder eventueel wel zou willen veranderen, is de verlichting. ‘Ik wilde graag de stroomkosten naar beneden brengen. De natrium hoge druk lampen die ik nu heb verbruiken gemiddeld 250 watt per stuk. Er hangen in totaal twintig lampen in de stal. Ik heb daarom gekeken deze verlichting te vervangen door LED-verlichting, maar helaas bleek dit in verhouding vrij duur te zijn. Door de aanschaf en de installatie ervan is de terugverdientijd veel te lang. Naar mijn idee moet je een investering in een paar jaar kunnen terugverdienen.’ Voor energiebesparing kiest Rik er daarom voor slechts de helft van de lampen te gebruiken. ‘Daarnaast gaan de lampen nu ’s avonds eerder uit. Dat scheelt ook in de energiekosten’, aldus de melkveehouder.